Kunstwerk - De Kanaalgraver
Willem I werd in 1815 koning van Nederland. Hij vond het belangrijk dat er veel handel was in Nederland. Dat was goed voor de economie. Willem…
Willem I werd in 1815 koning van Nederland. Hij vond het belangrijk dat er veel handel was in Nederland. Dat was goed voor de economie. Willem I liet daarom tussen Noord- en Zuid-Nederland kanalen aanleggen. Over die kanalen kon handel gedreven worden. Tussen 1822 en 1826 werd de Zuid-Willemsvaart gegraven. Het is een kanaal tussen Den Bosch en Maastricht. Dankzij het kanaal konden schepen sneller op en neer varen. Ze hoefden niet meer over de rivier Maas te varen. In 1826 was het hele kanaal klaar. Het is dan 122,5 kilometer lang, 10 meter breed en ruim 2 meter diep. Honderden arbeiders groeven het kanaal met de hand uit. Veel van hen kwamen niet uit onze regio, maar uit Luik en de veenkoloniën in Drenthe. Het was vreemd volk dat "kanaalgravers" genoemd werd. Je kon maar beter uit hun buurt blijven. Ze leefden onder slechte omstandigheden in keten, tenten en woonwagens. Ze dronken te veel sterke drank. In Keldonk staat het beeld dat aan de kanaalgravers herinnert. Een deel van de inwoners van Keldonk zou afstammen van de kanaalgravers.
Het kunstwerk is een metalen realistisch/nostalgisch beeld. Het is een typisch realistisch, figuratief beeld, dat refereert aan de tijd van aap noot mies. In de dorpen van Brabant zijn veel van deze realistische beelden te vinden zoals beelden van een molenaar, een boer, een graver, spelende kinderen etc.; dergelijke beelden behoren tot de dorpscultuur in Nederland.
De kunstenaar Niek van Leest is vooral bekend om zijn beelden van oude ambachten op verschillende plekken in menige Brabantse gemeenten. Ook in Meierijstad zijn diverse beelden van hem in verschillende kernen te vinden.
Dit kunstwerk is onderdeel van