Onmogelijke liefde in oorlogstijd

Er zijn nog oude inwoners van Veghel die de drie zusjes Van der Sluis hebben zien lopen. Op 5 oktober 1942. Die dag lopen Lies (16), Jetty (14) en kleine Emma (3) zeulend met grote koffers door de Hoofdstraat. Samen met moeder Bertha stappen ze op de Veghelse Markt in de bus naar Den Bosch. Daar nemen ze de trein naar Westerbork. Met een hoopvol vooruitzicht: hereniging met hun man en vader Arnold. Hij is eind augustus naar een werkkamp in Heino vertrokken, na een oproep van de Duitse bezetter. Ook vader Van der Sluis is hoopvol: "We hebben niemand kwaad gedaan, we komen allemaal terug." 

Op de fiets naar Westerbork
Zowel in het werkkamp in Heino als i…

Er zijn nog oude inwoners van Veghel die de drie zusjes Van der Sluis hebben zien lopen. Op 5 oktober 1942. Die dag lopen Lies (16), Jetty (14) en kleine Emma (3) zeulend met grote koffers door de Hoofdstraat. Samen met moeder Bertha stappen ze op de Veghelse Markt in de bus naar Den Bosch. Daar nemen ze de trein naar Westerbork. Met een hoopvol vooruitzicht: hereniging met hun man en vader Arnold. Hij is eind augustus naar een werkkamp in Heino vertrokken, na een oproep van de Duitse bezetter. Ook vader Van der Sluis is hoopvol: "We hebben niemand kwaad gedaan, we komen allemaal terug." 

Op de fiets naar Westerbork
Zowel in het werkkamp in Heino als in Westerbork krijgt de familie Van der Sluis bijzonder bezoek. Dorpsgenoot Ton Kuijper, zeventien jaar en zoon van de plaatselijke rijwielhandelaar, brengt hen eten en kleding. Stiekem, via het prikkeldraad van het kamp. Op de fiets vanuit Veghel. Tweehonderd kilometer heen, tweehonderd kilometer terug. Ton hoopt dat het lukt om de familie mee terug naar huis te krijgen. Een gevaarlijke onderneming. Wat beweegt hem om dit te doen?

Onmogelijke liefde
Ton is smoorverliefd op zijn dorpsgenootje Lies. En zij op hem. Dat blijkt jaren later. Dan vertelt Tons zus Riek op hoge leeftijd over haar herinneringen uit de oorlogsjaren. Een liefde tussen een katholieke jongen en een joods meisje: het is destijds allesbehalve vanzelfsprekend. Bij Tons derde bezoek aan Westerbork ontdekt hij dat de familie Van der Sluis per trein is vertrokken. Hoe zal de verliefde puber zich gevoeld hebben? Hij besluit langs het spoor Duitsland in te fietsen, in de hoop dat de trein nog een keer moet stoppen. Hij keert tevergeefs weer huiswaarts. En zijn vriendinnetje? Die heeft hij nooit meer gezien.

Auschwitz 
In Westerbork belandde de familie Van der Sluis in een totale chaos. Het kamp wordt overspoeld met dwangarbeiders en hun gezinsleden. Drie weken na hun hereniging worden ze vanuit Westerbork met de trein op transport gezet naar het oosten. Net als andere arbeidsgeschikte mannen, moet Arnold in Polen uitstappen. Zijn vrouw en hun drie meisjes blijven achter in de trein. Die rijdt door naar vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. Direct na aankomst, op 26 oktober 1942, worden Bertha, Lies, Jetty en Emma vergast. Arnold sterft een maand later in werkkamp Sakrau, waarschijnlijk aan ziekte en uitputting.

Struikelstenen
In het centrum van Veghel herinneren vijf struikelstenen aan het Veghelse winkeliersgezin Van der Sluis. Vader, moeder en drie dochters. De herdenkingsstenen liggen vlakbij hun laatste woonadres aan de Hoofdstraat 65, tegenover het pand waarin nu de Blokker is gevestigd.

Foto: de zusjes Van der Sluis aan de Aa in Veghel. Bron: Stichting Struikelstenen Meierijstad.

Bronnen: Stichting Struikelstenen Meierijstad en Omroep Meierij: documentaire een onmogelijke liefde in oorlogstijd.

Locatie