Emotionele ervaring aan beide kanten van de oceaan

Het is september 1944, Operatie Market Garden is in volle gang. De zesjarige Martin woont aan de Kofferen in Sint-Oedenrode. Samen met zijn vader gaat hij kijken op de heide waar de gliders van de geallieerde troepen zijn geland. De kleine jongen vindt het geweldig, hij voelt zich echt bevrijd.

Buiten spelen

Een dag later speelt Martin met een vriendje in de omgeving van de Boskantseweg. Kasteel Henkenshage is op dat moment hoofdkwartier van de 101ste Airborne Divisie. In een schuttersput zit een Amerikaanse soldaat op wacht. Hij ziet er vriendelijk uit en de nieuwsgierige kinderen komen dichterbij. Het valt ze direct op dat de Amerikaan, die Alex heet, blikjes eten bij zich heeft. Als hij plots moet vertrekken, geeft Alex die aan de jongens. Corned beef, potatoes, gingerbread. Ze eten het diezelfde dag nog op. De ontmoeting met de sympathieke Amerikaan heeft indruk gemaakt.

Nooit vergeten

De volgende dag hoort Martin het trieste nieuws dat Alex is gesneuveld. Hij ziet een jeep voorbij rijden die een lichaam vervoert. Liggend op zijn rug, de handen omhoog, het lijf afgedekt met een doek. Daar gaat ‘zijn’ Amerikaan, neemt de kleine jongen aan. Er zijn meer gebeurtenissen uit die periode die Martin bij blijven. De angst voor beschietingen waardoor ze ’s nachts hun huis verlieten. De Engelse kanonnen die vuurden op de hei. Een stervende Duitse soldaat die om zijn mutti riep. Toch is het vooral Alex die door zijn hoofd blijft spoken.

Op zoek naar Alex

Martin is inmiddels dik in de tachtig en woont nog steeds in Sint-Oedenrode. Hij vertelt: “Ik heb altijd gedacht, ik moet nog eens naar Margraten om Alex te zoeken. Maar daar konden we hem niet vinden. Het bleef me dwars zitten, voelde onaf. Wie was hij en wat was er met hem gebeurd?” Martin kreeg alsnog antwoord op deze vragen, dankzij de man van zijn kleindochter. Die is geschiedenisdocent en ging op zoek naar Alex, samen met zijn leerlingen. Alex bleek de zoon van Italiaanse immigranten en had drie broers en een zus. Hij werd slechts 19 jaar. De Amerikaan maakte deel uit van het 502ste Parachute Infantry Regiment, de bevrijders van Sint-Oedenrode. Er komen zelfs foto’s van Alex boven water, en namen van familieleden.

Hartverwarmende ontmoeting

Afgelopen Kerst komt een videogesprek tot stand tussen Martin en de familie van Alex. Ze zijn enorm benieuwd naar het verhaal van die zesjarige jongen die hun oom ontmoette in die schuttersput. Het wordt een emotionele ervaring aan beide kanten van de oceaan. Een nichtje toont foto’s, brieven en de purple heart onderscheiding van Alex. Martin wil graag een foto van Alex’ laatste rustplaats in Illinois zien. Foto’s van begraafplaats Wolfswinkel, waar Alex een tijdelijk graf had, raken bij Alex’ familie een gevoelige snaar. En samen bekijken ze indrukwekkende originele beelden van de luchtlandingen bij Son, waar ook paratrooper Alex is geland.

Foto's: herdenking bij het Monument to the Dutch in Sint-Oedenrode

Kwetsende woorden

Tijdens het hartverwarmende videogesprek zit Martins vrouw Helene aan zijn zijde. Het stel is al ruim zestig jaar gelukkig getrouwd. “Weet je wel dat ze een Duitse is,” kreeg Martin te horen toen hij verkering kreeg met de Schijndelse. Hij had aan deze kwaadsprekerij geen boodschap. Zijn ouders gelukkig ook niet. Dat was voor Helene alles behalve vanzelfsprekend. Als klein meisje al kreeg ze volop te maken met anti-Duits sentiment, omdat ze een Duitse vader had. “Ga jij maar naar huis, jij bent er een van ‘unne mof’.” Met die kwetsende woorden werd ze weggestuurd als ze ging spelen bij een vriendinnetje.

Trouwe dienstjaren

De Duitse opa en oma van Helene werden rond 1922 door de bekende kousenfabrikant Jansen De Wit naar Schijndel gehaald, vanwege hun vakmanschap voor breiwerk. De vader van Helene is dan een jongeman. Ook hij gaat werken voor de Schijndelse kousenfabrikant, krijgt verkering met een meisje uit Sint-Michielsgestel en trouwt met haar. Jaren later wordt hij bij zijn werkgever geridderd voor veertig trouwe dienstjaren. “Voor, tijdens en na de oorlog  heeft hij zich als een echte Nederlander gedragen,” spreekt de burgemeester bij die gelegenheid uit. Desondanks blijven veel Schijndelaren de vader van Helene enkel zien als ‘die Duitser’.

Niet gewenst

De kleine Helene is een echt papa’s kindje. In de oorlogsjaren zit ze op de kleuterschool en voelt de spanningen haarfijn aan. En maakt ze ook de verwoestende Schijndelse granaatweken mee. De angst in de bomvolle schuilkelder bij Jansen en de Wit. Het verlaten van huis en haard om te evacueren naar veilig gebied. En ook hun huis blijkt bij terugkomst onbewoonbaar. Op een dag staat ‘Leentje’ samen met haar vader te kijken bij de opbouw ervan. “Moet die mof ook nog pannen op zijn dak,” bijt een dorpsgenoot hen toe. De vijandige opmerking snijdt door haar ziel. En er zullen er nog vele volgen. Zo voelt het om niet gewenst te zijn. Het anti-Duitse sentiment is nooit helemaal weggegaan. Zelfs nu nog is het voor Helene soms voelbaar. Ze heeft regelmatig gedacht dat het beter was geweest als ze na de oorlog naar Duitsland waren vertrokken. Ze zucht: “Dat had een hoop misère en ruzie gescheeld.” En relativeert vervolgens: “Maar dan had ik ook Martin nooit ontmoet.”

Herdenken

Elk jaar zijn Martin en Helene aanwezig bij de oorlogsherdenking in Sint-Oedenrode. En sinds ze de familie van Alex hebben gesproken weten ze nóg beter hoe belangrijk dat is. Voor de families van de omgekomen soldaten is het van grote betekenis. Dat hier nog steeds elk jaar herdacht wordt en dat hier monumenten staan die herinneren aan zij die vochten en stierven voor onze vrijheid.