Pyama House Erp: veilige haven voor neergehaalde piloten

Het is vrijdagavond 9 april 1943. Een bommenwerper van de Britse Royal Air Force vliegt na een bombardement op Duisburg terug naar zijn basis. Boven het noordoosten van Brabant wordt de Lancaster door een Duitse nachtjager uit de lucht geschoten. Vier bemanningsleden komen om het leven. Vier anderen weten het toestel tijdig te verlaten. Ze landen met hun parachute in de omgeving van Erp. Drie van hen worden snel gearresteerd. De Schotse Archibald Cowe weet te ontkomen. Dankzij behulpzame Erpenaren.

Pyama House

Sergeant Cowe landt rond half twaalf in de nacht met zijn valscherm in buurtschap de Hoek. Hij verbergt zijn parachute in het struikgewas en strompelt met zijn geblesseerde enkel langs de Aa richting Erp. Als het tegen de ochtend lichter wordt, verstopt hij zich in een sloot. Later die dag wordt hij daar ontdekt door een boer uit de buurt. Met zijn hulp komt Cowe diezelfde avond terecht bij de familie Otten. Het woonhuis van de zussen Antoinette en Thea en de broers Harrie en Gérard aan de Kerkstraat 6, wordt bekend onder de naam Pyama House. Cowe is de eerste van maar liefst 51 geallieerde piloten en bemanningsleden die hier in 1943 en 1944 tijdelijk onderdak vinden. Voor elke militair ligt steevast een pyjama op bed klaar. De mannen leven met de familie in huiselijke sfeer. Ze kunnen zich er vrij bewegen en ook de grote tuin biedt voldoende beschutting. In het weekend is er pancake day in huize Otten. De militairen helpen mee met pannenkoeken bakken.

Ontreddering

Terug naar sergeant Cowe. Op zondag, anderhalve dag na de crash van zijn vliegtuig, zit hij veilig in de voorkamer van de Ottens. Plots ziet hij een veldwachter voorbij fietsen. Die heeft onder zijn arm Cowes valscherm, dat is gevonden in het struikgewas. In huize Otten wordt gevreesd voor extra opsporingen. Een verzetsman die erbij was beschrijft: “Het was de eerste piloot. We wisten er geen raad mee. Waar moest hij heen? Er moest ergens raad gezocht worden. ‘Zet me maar op de stoep van het gemeentehuis,’ zei Cowe. Hij zag namelijk de ontreddering en wilde dat zo oplossen. Hij wilde de Ottens niet in de problemen brengen. ‘Ho!’ werd er geantwoord. ‘We krijgen jou wel onder dak! Onder géén voorwaarde in handen van de Duitsers!” De Schotse militair verblijft uiteindelijk vijf dagen bij de familie Otten. Hij krijgt medische zorg, burgerkleding én hij leert fietsen. Op 15 april brengen Antoinette en Harrie hem per fiets naar Sevenum. Een volgend station op de lange weg terug naar Engeland. Cowe overleeft de oorlog en de dankbare Schot brengt in 1947 nog een bezoek aan zijn vrienden in Erp.

Pilotenlijn

Tijdens de oorlogsjaren zijn vele geallieerde vliegeniers na het neerhalen van hun toestel gestrand op Nederlands grondgebied. Alleen met hulp van het verzet en zogenaamde pilotenlijnen konden zij terugkeren naar hun basis in Groot-Brittannië. Het Pyama House in Erp vormde een knooppunt in zo’n vluchtlijn. Het betrof zeer gevaarlijk en risicovol verzetswerk. Hulp aan geallieerde militairen was ten strengste verboden door de bezetter en werd zwaar bestraft. De Ottens hielden (niet zonder gevaar) een album bij over alle bemanningsleden die ze hielpen, met teksten, tekeningen en foto’s. Ook over hun eerste ‘airman’ Archibald Cowe wordt geschreven: “We verlangden vurig dat zo’n kans, hem te kunnen redden, zich aan ons zou voordoen. Die kans presenteerde zich diezelfde avond.”

Onderscheiding

Na de bevrijding, in 1946, ontving Harrie namens de familie Otten in Den Haag de Amerikaanse onderscheiding ‘Medal of Freedom with Silver Palm’. Als erkenning en dank voor de betoonde hulpverlening. Zijn zus Antoinette was in de praktijk de spil in de organisatie van de verzetsactiviteiten in huize Otten. Naast hun werk voor de pilotenlijn waren de Ottens actief met hulp aan onderduikers en zamelden ze voedselpakketten in voor gevangenen in onder andere Kamp Vught en Dachau. Als eerbetoon voor al hun verzetswerk is in 1996 in Erp de naam Schoolstraat gewijzigd in Ottenstraat. Het straatnaambord prijkt voor het woonhuis dat bekend werd als Pyama House. Dat staat nog altijd tegenover de Erpse kerk.

Bronnen:

  • Boek Pyama House van dr. Frans Govers.
  • Boek Terugblik ter herinnering, de Tweede Wereldoorlog in Erp, Boerdonk en Keldonk, verhalen van Antoon Verbakel.
  • Artikel Brabants Historisch Informatiecentrum: Pyjama House.

Duizendmaal dank

Een Australische bommenrichter die in Pyama House verbleef schreef: “De Ottens hebben mij fantastisch geholpen. [...] Hun gastvrijheid was voortreffelijk en ik vond het spijtig om weer zo snel te moeten vertrekken. Op mijn weg terug naar Engeland ben ik droevig gestemd bij de gedachte aan de dappere Nederlanders, die het zo moeilijk hebben. Nogmaals duizendmaal dank aan de vriendelijke mensen van Erp voor hun edelmoedigheid en onwankelbare loyaliteit jegens de geallieerden.