Stil Verdriet: een bijzonder oorlogsmonument
Van 22 tot en met 24 september 1944 waren de Veghelse buurtschappen Havelt, Ham, Heuvel en Beukelaar drie dagen lang het toneel van hevige strijd. Operatie Market Garden was in volle gang. De corridor vormde een smalle doorgang voor een snelle opmars van de geallieerde troepen. Die werd zwaar bevochten. De Duitse Kampfgruppe Walther slaagde er hier bij Veghel in om de geallieerde opmars naar Arnhem drie dagen lang te onderbreken. Veel gezinnen in deze buurtschappen zagen hun boerderijen in vlammen opgaan en vluchtten schuilkelders en greppels in.
Oorlogsgeweld
Aan de Erpseweg in Veghel staat een bijzonder gedenkteken. Een initiatief van vrijwilligers uit de buurt. Het herdenkt niet op de eerste plaats deze historische militaire gebeurtenis. Het herinnert vooral aan de angst, het leed, de zorg en het verdriet tijdens deze gevechten, en de gevolgen daarvan bij de bewoners van deze buurt. Het monument vraagt aandacht voor gewone, onschuldige mensen die dodelijk vermalen werden door de raderen van de geschiedenis. Een jonge moeder die met haar baby net de schuilkelder niet meer bereikt. Een man in de kracht van zijn leven die ondanks naderend geweld zijn huis niet wil ontvluchten. En vijf kinderen die spelend met achtergebleven oorlogstuig een gruwelijke dood vinden. Allemaal sterven zij als gevolg van oorlogsgeweld, juist op het moment dat de oorlog afloopt of net voorbij is.
Spelende kinderen
Vier van hen zijn de broertjes Harrie (9 jaar) en Tini (7 jaar) van Asseldonk en de broertjes Tieske (7 jaar) en Pietje (6 jaar) Verbruggen. Het is woensdag 4 oktober 1944. Ruim twee weken na de bevrijding van Veghel. De vier jongens spelen samen buiten, vlak bij de boerderijen op het Havelt. Daar wonen ze en daar is de voorbije dagen zwaar gevochten. In een sloot vinden ze een Duitse handgranaat. Ze gaan er, letterlijk spelenderwijs, aan prutsen. Dan volgt er een fatale ontploffing. Die maakt een einde aan het leven van de vier jongens, die in hun leven eigenlijk nog niet veel anders dan oorlog gezien hebben.
Stil verdriet
Juist op het moment dat iedereen opgelucht en feestend de bevrijding viert, worden deze families in diepe rouw gedompeld. Voor hun peilloze verdriet is op dat moment weinig aandacht. Het verdriet van de op de valreep van de oorlog door het noodlot getroffen mensen, wordt een stil verdriet. Er wordt resoluut over gezwegen. Het is de tijd van de wederopbouw. Er is overal wel wat gebeurd en iedereen is druk met zichzelf. Tijd om te verwerken is er niet, want er moet gewerkt worden. Pas 66 jaar later krijgt dit stil verdriet via een monument met die naam aandacht.
Stil Verdriet
Drika van den Broek-van Dooren, † 22 september 1944 (31 jaar)
Johannes van den Oever, † 28 september 1944 (40 jaar)
Harrie van Asseldonk, † 4 oktober 1944 (9 jaar)
Tini van Asseldonk, † 4 oktober 1944 (7 jaar)
Tieske Verbruggen, † 4 oktober 1944 (7 jaar)
Pietje Verbruggen, † 4 oktober 1944 (6 jaar)
Jan Raaijmakers, † 9 april 1945 (13 jaar)
Gevouwen handjes
Het gedenkteken aan de Erpseweg is gemaakt door de Duitse kunstenaar Andreas Hetfeld. Het bestaat uit naar boven wijzende gehavende, gevouwen handen. Dat roept herinneringen op aan de laatste levensmomenten van de 7-jarige Tini van Asseldonk. De oudste zus van de verongelukte broertjes vertelt daar later over: “Ons vader was er vlug, nam Tini over en zag meteen dat het helemaal mis was. Hij zei: Bid nog maar een Wees Gegroetje. Ge bent zo bij Onze Lieve Heer in de Hemel. Toen Tini zijn handjes wilde vouwen om te bidden, zag ons vader dat hij geen handjes meer had.”
Levenslust en levenswil
Tijdens de onthulling van het monument in 2010 werden indrukwekkende woorden gesproken. Ook door een van de familieleden. “Misschien denken we er bij het passeren van deze plaats voortaan af en toe eens aan hoe gruwelijk oorlogen zijn. Of we gaan ons iets vaker en nadrukkelijker realiseren hoe broos een mensenleven is. Want, eigenlijk is dit geen oorlogsmonument, maar een bermmonument dat ons besef kan bijbrengen voor de zin en waarde van elk leven. Ook dat van gewone mannen, vrouwen en kinderen die in hun leven nooit iets monumentaals hebben gepresteerd. De gewonde gevouwen handen van dit gedenkteken wijzen naar boven. Ze symboliseren de levenslust en levenswil van mensen die ook na de dood van hun meest geliefden doorleven, doorgaan, doorwerken en doorzetten. Vaak met de moed der wanhoop die hoop is.”
Van euforie naar schuilkelder
Wil je meer weten over Veghel in de frontlinie? Bernard Vissers vertelt in een uitgebreide lezing over de omslag van euforie naar schuilkelder in september 1944. In het bijzonder gaat hij in op persoonlijke belevenissen van bewoners aan de zuidoostkant van Veghel, de buurtschappen Ham, Havelt, Heuvel en Beukelaar. De stream van deze lezing is terug te kijken via YouTube.
Bronnen:
- Heemkundekring Vehchele, kroniek nr. 115, september 2014
- Stil Verdriet, boekje onthulling gedenkteken, september 2010